NOA heeft me ervan overtuigd dat veilig werken een kwestie is van een oog of vinger behouden of verliezen. Ik leerde er het verschil tussen droog en nat slijpen. Bij het ene veroorzaak je naast veel lawaai ook een ganse wolk stof. Bij het tweede is het lawaai er wel maar zorgt de waterstroom ervoor dat het stof geen onheil veroorzaakt. NOA opende me ook de ogen voor het dragen van de pbm’s. Ja die pbm’s waar zo vaak zo over gefoeterd wordt. Ik ben er sindsdien sterk beginnen op letten. Worden ze gedragen? Ik bekijk het sindsdien veel nauwkeuriger. Veiligheidsschoenen voor als er een zwaar iets op je voeten valt: de stalen tippen staan paraat. Veiligheidsbril voor het stof (ja dat stof in mijn straat bv) en tegen de splinters metaal bij het frezen en dergelijke. Valbescherming, handschoenen, …
Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend dat als je de kost verdient met slijpen, graven, enz. je ze dan draagt. Dat bedacht ik nog even voor ik de straat op liep. Zouden deze jongens in orde zijn, doen ze het goed? Zwaaien ze niet wild met hun graafmachinearm?
Ik werd moe, en triest en depressief. Want links van me werd geslepen dat het een lust was zonder bril of handschoenen (‘daar hebben we geen tijd voor, zo’n steentje is zo geslepen’), rechts van me werd een handzaag naar een collega enkele meters verderop gegooid … niet gegeven, gegooid!
Ik ben maar terug naar binnen gegaan. Even NOA bellen."
Ik ben maar terug naar binnen gegaan. Even NOA bellen."
Marc Vermeulen
(lesgever bij NOA Trainings - Academy)